Voor je begint

De basis

  1. Een handboek/de geschiedenis bevat verschillende niveaus en types van informatie die je tijdens het studieproces ontleedt. Om een goed leesbare en hanteerbare tijdlijn op te bouwen moet je consequent zijn in je beslissingen over welk type informatie je op welke manier opneemt in de tijdlijn. De gebeurtenissen op je tijdlijn hebben elk een titel*, begin*- en einddatum, een omschrijving, (ruimtelijke) categorieën, trefwoorden en media.
  2. Vraagstukken van interpretatie, selectie en afbakening zijn eigen aan het opbouwen van een referentiekader. Ze worden niet veroorzaakt door het format van de digitale tijdlijn, maar dit technisch instrument zal je wel expliciet wijzen op en dwingen tot systematiek en consequentie.
  3. Het opbouwen van een tijdlijn is een proces. Tijdens het productieproces kun je bedenken dat sommige gebeurtenissen toch beter worden opgesplitst of geclusterd. Of je kunt blinde vlekken detecteren. Dit is geen nadeel, maar juist de bedoeling van dit leerinstrument.
  4. Zet de tijdlijn naar je hand. Niets moet, alles kan. Wel of geen trefwoorden, 20 of 200 gebeurtenissen, algemene tendensen of mijlpalen, ... Sommige studenten gebruiken de toepassing al tijdens de eerste lectuur van het handboek, anderen gebruiken het liever op het einde van het studiewerk bij wijze van herhalingsinstrument. Voor elke studiemethode is er een tijdlijn.

Het overzicht bewaren

  • Bekijk de tijdlijn en het werkblad in twee aparte tabbladen of vensters. Elke wijziging in het tabblad wordt quasi onmiddellijk doorgezonden naar de tijdlijn. Je ziet de wijziging uiteraard pas als je de tijdlijnpagina ververst...
  • Bekijk de tijdlijn tijdens het opbouwen steeds in dezelfde schaal. Dat helpt je het referentiekader te visualiseren. De tijdlijn herschikt bij in- en uitzoomen automatisch de positie van de gegevens zodat ze optimaal worden weergegeven. Dit kan verwarrend zijn. Een basisschaal die je gewoon bent, verhelpt die moeilijkheid grotendeels.
  • Behoud ook het overzicht in het werkblad: sorteer je rijen af en toe op begindatum of voeg/verwijder rijen (in) naarmate je gebeurtenissen invoegt/verplaatst.
  • Je kunt in je omschrijvingen verwijzen naar pagina’s uit het handboek of uit je schriftelijke samenvatting en vice versa.

Valkuilen

  1. Explosie
    Te veel gebeurtenissen waar hoofd- en bijzaken niet van elkaar te onderscheiden zijn ondermijnen uiteraard het overzicht en het primaire doel een referentiekader te zijn. Zelfs bij het zoeken en filteren verschijnt er dan te veel ‘ruis’.
  2. Implosie
    Inconsequent gebruik van de tijdlijn is een even groot gevaar. Wie niet nauwgezet de (eigen) categorieën of trefwoorden gebruikt of slordig is in spelling en benamingen, bekomt uiteindelijk een onbruikbare tijdlijn waar filters en zoekopdrachten niet de gewenste gebeurtenissen kunnen oproepen.
  3. De verlokkingen van het internet...
    Te snel afgeleid door de online tijdlijn? Je kunt de gebeurtenissen ook invoeren in een offline Excel-bestand op je computer en de gegevens later kopiëren naar het online werkblad.
  4. Back-up
    Een offline back-up is sowieso geen slecht idee: jij of groepsgenoten kunnen per ongeluk gegevens wissen. Of je kunt de titel van je tijdlijn vergeten. Aangezien je e-mailadres niet gekoppeld wordt aan de tijdlijn, kan de UGent je geen mail sturen met login-gegevens.